Beeld: [M] Jacob Wackerhausen/Getty Images/iStock
Er is nu een oplossing gevonden voor de meeste problemen van de hospices. Dat schrijft de staatssecretaris van VWS in haar Kamerbrief.
Training vrijwilligers
De oplossing komt erop neer dat vrijwilligers meer begeleiding en training krijgen voor de extra taken die ze moeten doen. Daarnaast hebben enkele tientallen hospices een overgangsperiode afgesproken om alsnog voldoende zorg te kunnen regelen. Het gaat met name om de zogenoemde ‘bijna-thuis-huizen’ die samenwerken met een externe thuiszorgorganisatie. Ongeveer de helft van de hospices is een bijna-thuis-huis.
Carla Aalderink, directeur Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland (VPTZ) is blij met de gezamenlijke inzet van alle betrokken partijen: “Ik ben ontzettend trots op alle VPTZ-vrijwilligers. Zij hebben zich buitengewoon flexibel getoond.” De gesprekken hebben de afgelopen maanden plaatsgevonden met ActiZ, Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland (VPTZ), V&VN, Zorgthuisnl en NZa.
Onrechtmatig
Sinds 1 januari 2025 geldt voor de verzorging en verpleging in hospices die wordt geleverd door een aanbieder van wijkverpleging een dagtarief: één vast bedrag per gast per etmaal. Voorheen werd deze zorg per uur en per handeling op naam van de cliënt geïndiceerd en gedeclareerd, maar het kwam ook voor dat het aantal uren in het hospice werd gedeeld door het aantal aanwezige gasten. Op deze laatste variant kwam kritiek van de zorgverzekeraars, want dit was niet geheel volgens de regels.
Dagtarief
Een dagtarief werd gezien als passender, omdat de wijkverpleegkundige aan meerdere cliënten zorg verleent in hetzelfde huis. Bovendien zou het voor minder administratieve lasten moeten zorgen. Het dagtarief is een gemiddelde prijs waarbij rekening kan worden gehouden met variatie tussen cliënten en variatie per dag. Daarnaast is het gebaseerd op alle dagen zorg die de wijkverpleegkundigen aan alle cliënten in het huis hebben geleverd. De hospices moeten hun uitgaven niet meer per dag of cliënt verantwoorden maar per jaar.
Onderhandeling
De wijkverpleegkundige zorgaanbieder die in een bijna-thuis-huis zorg verleent, onderhandelt met de zorgverzekeraars. Zij maken afspraken over zorginhoud en aanwezigheid in het hospice. Er is geen rechtstreeks contact tussen de zorgverzekeraar en het hospicebestuur.
Wijkverpleging
Gevolg van het nieuwe dagtarief was dat wijkverpleegkundigen ineens minder uren verpleging en verzorging gingen leveren aan hospices waardoor de vrijwilligers meer en soms ook zwaardere taken kregen. Professionele nachtzorg was bijvoorbeeld niet altijd meer mogelijk of er kon niet meer 24/7 iemand vanuit de wijkverpleging aanwezig zijn. Vooral in deze laatste situaties was het aantal uren zorg door de aanbieder van wijkverpleging lager, waardoor vrijwilligers langer en vaker zonder aanwezigheid van een verpleegkundige in het hospice aanwezig waren. Dit zorgde voor onrust onder de vrijwilligers die zich lang niet altijd opgewassen voelden tegen een dergelijke taakverzwaring. Volgens Aalderink voelden vrijwilligers zich overvallen: “Je kunt vrijwilligers maar niet zo verplichten om meer of zwaardere zorg te leveren. Er zijn grenzen aan wat je hen kunt vragen.”
In de problemen
De meest urgente problemen deden zich voor bij 24 hospice-vestigingen en 18 betrokken aanbieders van wijkverpleging. In bijna-thuis-huizen met vier of vijf bedden en 24/7 beschikbaarheid van wijkverpleging kregen aanbieders van wijkverpleging hun financiën niet meer rond. In de praktijk blijkt het dagtarief in een hospice pas met zes gasten en voldoende bedbezetting uit te kunnen. Als oplossing hebben zorgverzekeraars met een hospice afgesproken dat het mocht uitbreiden naar zes bedden. Een hospice had al een onomkeerbaar besluit genomen om te sluiten. Voor zes organisaties hebben zorgverzekeraars een overgangsperiode afgesproken waarin vrijwilligers training en begeleiding krijgen bij hun nieuwe taken en grotere verantwoordelijkheden in verband met minder inzetbaarheid van de wijkverpleegkundige. In 2026 zijn er waarschijnlijk geen hospices meer met minder dan zes bedden waar structureel 24/7 wijkverpleging is.
Nachtzorg
Het andere grote deel van de problemen ging over beschikbaarheid van formele nachtzorg in hospices met twee of drie bedden. Als gevolg van de invoering van het dagtarief was het voor de zorgaanbieders niet langer mogelijk deze nachtzorg kostendekkend in te zetten in meerdere hospices met twee of drie bedden. Vrijwilligers van deze huizen gaven direct al aan dat zij niet de zorg in de nacht kunnen bieden waardoor enkele hospices per direct dreigden te moeten sluiten. Ook in sommige hospices met meer dan drie bedden kwam de nachtzorg onder druk te staan door de relatief lage bedbezetting. Aalderink: “Er hoeft niet per se altijd een zorgprofessional te zijn, dat hebben mensen thuis ook niet, maar je mag een vrijwilliger niet verantwoordelijk stellen voor nachtzorg. We hebben nu afgesproken dat er als minimale basis altijd een zorgprofessional aanwezig is in een hospice tussen elf uur ’s avonds en zeven uur ’s ochtends, en overdag en ’s avonds tijdens zorgmomenten en op oproep.”
Niet weer opnieuw
Met het overgrote deel van de betreffende organisaties hebben zorgverzekeraars voor 2025 een overgangsperiode afgesproken om alternatieven te onderzoeken, zoals uitbreiding of fusie. Voorlopig is ook Aalderink tevreden over de gevonden oplossingen. Al houdt ze een slag om de arm: “We hebben nu de grens bereikt aan wat je mag verwachten van vrijwilligers. Het is wel de bedoeling dat iedereen zich aan de afspraken houdt, want anders begint alles in 2026 weer opnieuw.”

