Zoals vaak, is de werkelijkheid genuanceerd. Zo identificeerden we in een literatuurstudie maar liefst 283 determinanten van succesvolle samenwerkingsverbanden. Op te delen in drie categorieën; procesfactoren, structuurfactoren en contextfactoren. Grofweg twee derde van de determinanten waren procesfactoren en van die groep was vertrouwen inderdaad één van de de meest voorkomende. Dus ja, vertrouwen is essentieel voor een succesvol samenwerkingsverband. Maar nee, het is helaas niet het enige dat nodig is voor succes. Of, zoals ChatGPT het verwoordt en de wetenschappelijke literatuur beaamt: ‘vertrouwen vormt de basis voor open communicatie, het delen van informatie en gezamenlijke besluitvorming’. Niet alomvattend dus, maar wel een wezenlijk fundament.
Wij zien vertrouwen als een gedragsmatig aspect, waarvan de basis vrij eenvoudig is. Doen wat je zegt en zeggen wat je doet. In een dynamisch en complex speelveld van samenwerkingsverbanden is dat echter makkelijker gezegd dan gedaan. Je kunt weliswaar afspraken met elkaar maken over wat we op welke manier met wie delen, of over hoe we met elkaar omgaan, maar dat biedt geen garantie voor vertrouwen tussen de deelnemers van een samenwerkingsverband.
Perspectief
Vertrouwen binnen samenwerkingsverbanden kun je op minstens twee manieren bekijken. De organisatorische manier gaat over het vertrouwen dat mensen hebben in de organisatie(vorm) als zodanig. Is de organisatie (in dit geval het netwerk) integer, transparant en goed voor de mensen die zich ervoor inzetten? Kortom, wordt de organisatie gezien als legitiem? Zo ja, dan zullen mensen de organisatie meer vertrouwen en zijn ze dus ook bereid om zich daarvoor in te zetten.
Hier zit bovendien een extra complexiteit. Het kan namelijk zo zijn dat (het bestuur van) de deelnemende organisatie vertrouwen heeft in het samenwerkingsverband maar bijvoorbeeld de raad van toezicht of de individuele vertegenwoordiger dat veel minder heeft. Dat is een onwenselijke situatie. Daarom is het voor elk van de deelnemende organisaties zaak om een goede afweging te maken: door wie laten ze zich vertegenwoordigen in het samenwerkingsverband? Een afweging waar in de praktijk soms te makkelijk overheen wordt gestapt.
Relationeel vertrouwen
De relationele manier van kijken naar vertrouwen in een samenwerkingsverband maakt het zo mogelijk nog ingewikkelder. Die manier gaat over het vertrouwen tussen de individuele vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties. Persoon A vertrouwt persoon B wel of niet op basis van de interacties die zij met elkaar gehad hebben. Binnen en buiten het samenwerkingsverband. Daar zit bovendien een richting in. Persoon A kan persoon B vertrouwen, terwijl persoon B persoon A niet vertrouwt. Hoe groter het samenwerkingsverband is, hoe ingewikkelder dit wordt want het aantal personencombinaties neemt sterk toe. Voorbeeld: in een samenwerkingsverband met 10 deelnemers bestaan maar liefst 90 vertrouwensrelaties.
Vluchtig
Behalve complex en multidimensionaal is vertrouwen vooral een vluchtig fenomeen. Het is iets wat moet groeien tussen de deelnemers. Dat is een precair proces. Het gezegde luidt niet voor niets: vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Ook hier geldt dat het van groot belang is dat partijen op een oprechte manier met elkaar in gesprek blijven. Sommige van die vertrouwensrelaties vereisen nou eenmaal relatietherapie. Ja, dat kost tijd en energie. Dat is ook een van de redenen dat sommige wetenschappelijke literatuur stelt dat het wel vier tot zes jaar duurt voordat samenwerkingsverbanden op om een basis van vertrouwen op te bouwen, en dus pas effectief kunnen worden.
Niet zo gek maar natuurlijk wel veel te lang gezien een aantal van de uitdagingen waar we op dit moment met elkaar voor staan. Een alternatief is er echter nauwelijks. Vertrouwen is immers een van de weinige afstemmingsmechanismen waar een samenwerkingsverband op kan terugvallen, en we weten inmiddels hoe vaak netwerken falen. Hoe arbeidsintensief het ook is, het voorkomen van die vertrouwensbreuk is essentieel voor het succes van het samenwerkingsverband. En net als in andere relaties is dat onderbuikgevoel vaak een belangrijk signaal…