Raden van toezicht van ziekenhuizen krijgen steeds meer aandacht voor kwaliteit, maar ritualisering dreigt. De kritische blik moet meer dan vrijblijvend zijn. En dat vraagt wijsheid en durf.
Het is nog maar een paar jaar geleden dat kwaliteit van zorg beperkt aandacht kreeg in menig raad van toezicht. Mede hierdoor is in de aangepaste Zorgbrede Governancecode 2010 de toezichthoudende verantwoordelijkheid voor kwaliteit en veiligheid geëxpliciteerd. Zo moet minstens één rvt-lid een voor de organisatie relevante zorginhoudelijke achtergrond hebben.
Onder andere door instelling van een rvt-commissie ‘kwaliteit en veiligheid’ is de focus op kwaliteit toegenomen. Maar het blijkt voor veel raden nog een zoekproces en een worsteling te zijn. Dit terwijl de complexiteit én maatschappelijke druk toenemen door nieuwe incidenten zoals Ruwaard van Putten en publicaties over praktijkvariatie en eisen van de wetenschappelijke verenigingen.
Ritualisering
De aandacht voor kwaliteit op het niveau van toezicht neemt dus weliswaar toe, maar ‘ritualisering’ dreigt. De kwaliteitscommissie komt bijvoorbeeld tot het oordeel dat de openbare kwaliteitsinformatie geen goed beeld geeft van de geboden kwaliteit van zorg en dat er wel enkele procedures kunnen worden verbeterd, maar dat de medewerkers erg gemotiveerd zijn om goede zorg te leveren. In veel gevallen wordt afgesproken enkele procedures te verbeteren en hetzelfde proces een jaar later te herhalen.
Het begint de oplettende outsider in de rvt op te vallen dat voor elke slechte indicatorwaarde meerdere excuses voor handen zijn. Ook de kwaliteitscommissie van de rvt zelf blijkt kritisch over de vergelijkbaarheid van de indicatorwaarden. Maar krijgt de kritische blik van de toezichthouder een kans? Is die voldoende dwingend of toch vrijblijvend?
Nieuwe fase
Dit proces kan zich nog vele jaren als ritueel herhalen, ware het niet dat er een nieuwe fase komt in het kwaliteitsvraagstuk. Zorgverzekeraars gaan naast prijs ook kwaliteitsinformatie gebruiken om selectief te contracteren. Zoals Ab Klink als bestuurder van VGZ het verwoordde: “De kans is reëel dat de slechtste ziekenhuizen niet worden gecontracteerd, tenzij ze een heel goed verhaal hebben hoe ze de zorg willen verbeteren.”
Kwaliteit en veiligheid worden integraal gezien in relatie tot volume, prijs/kosten, effecten op andere specialismen en e ziekenhuisreputatie. De begrippen krijgen hierdoor een nieuwe dimensie in de raad van toezicht. Ze worden nog belangrijker voor de financiële gezondheid en het voortbestaan van het ziekenhuis. ‘Aandacht voor’ en ‘wegzetten in commissie’ zijn niet meer voldoende.
Integraal vraagstuk
Meer kennis om de informatie te duiden is vereist en het is een integraal vraagstuk voor de gehele raad van toezicht. ‘Deskundigheid in’ en ‘Informatievoorziening van’ zijn klassieke begrippen in governance. Maar wat is daarvoor nodig in het licht van dit vraagstuk?
Theo Schraven
Partner Governance University Advisory met mede-auteurs dr. Jan Peter Heida, Partner SiRM, dr. Xander Koolman, Associate Partner SiRM, Programmaleider Cure Talma Institute