Sinds 1 juli zijn 7 mensen overleden. In de zeven dagen ervoor stierven 10 mensen, en in de zeven dagen daarvoor 18. De andere 12 ‘nieuwe doden’ zijn eerder gestorven, maar dat is pas in de afgelopen zeven dagen doorgegeven aan het RIVM. Zo bleken nog eens 3 mensen te zijn overleden op 2 april. Het totaal voor die dag komt daarmee op 176 sterfgevallen, waarmee het de dodelijkste dag van de uitbraak is. Op 31 maart stierven 175 mensen.
Vertraging
Het werkelijke aantal doden ligt waarschijnlijk hoger, omdat niet iedereen is getest. Het RIVM meldt alleen de overleden mensen bij wie het virus is vastgesteld. Het RIVM kreeg negen meldingen van ziekenhuisopnames, maar ook die cijfers komen soms met wat vertraging binnen. Sinds 1 juli zijn twee coronapatiënten in het ziekenhuis opgenomen.
Totaalaantal opnames
Het totaal aantal opnames staat nu op 11.886. Verder is de ziekte in de afgelopen week 432 keer vastgesteld. Sinds het begin van de uitbraak hebben minstens 50.694 mensen de ziekte opgelopen, maar ook het werkelijke aantal coronagevallen ligt waarschijnlijk hoger. De meeste patiënten denken dat ze thuis besmet zijn geraakt met het virus. Ook het werk en het verpleeghuis worden relatief vaak genoemd als bron van besmetting.
Testen
Sinds 1 juni kan elke Nederlander met klachten zich laten testen en hebben de GGD’en bijna 296.000 tests uitgevoerd. Dat leverde bijna 3200 gevallen op, wat neerkomt op 1,1 procent.
Reproductiegetal gestegen
Het reproductiegetal, dat aangeeft hoe snel het coronavirus zich verspreidt, is half juni mogelijk gestegen tot 1. Dat betekent dat de gemiddelde patiënt één andere persoon besmet. Als het getal hoger is, verspreidt de ziekte zich snel en kan de druk op de zorg toenemen. Is het getal onder de 1, dooft het virus langzaam uit. Omdat er wat tijd tussen besmetting en ziek worden zit, is pas na een paar weken uit te rekenen hoe snel het virus zich verspreid heeft. (ANP)