De bewoner van zorginstelling Landrijt in Eindhoven die een medepatiënte doodde met kokend water, had een geweldverleden. Dat was echter niet bij zorgkoepel Archipel bekend, zegt voorzitter van de raad van bestuur Anton Metske in het Brabant Dagblad.
De 46-jarige Eindhovenaar stond bij het verzorgend personeel bekend als rustig, zo schrijft de krant. Hij stond in 2014 voor de rechter voor een poging tot doodslag en mishandeling maar werd volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard. Hij verbleef daarop een tijd in een psychiatrisch ziekenhuis, maar zat inmiddels vrijwillig in Landrijt.
Vorige week zondag overgoot de man zijn 44-jarige medebewoonster met heet water uit een waterkoker. Volgens bestuursvoorzitter Metske was er geen aanleiding voor deze aanval. “Een onverklaarbare daad. Geen daad van agressie”, zegt hij in het Brabants Dagblad. “Er was geen enkele aanleiding voor. Geen ruzie. Geen enkele reden.”
De twee verbleven met zeven andere patiënten in hetzelfde gebouw van Landrijt. Ze leden allebei aan de erfelijke hersenaandoening Huntington. Die kan onder meer leiden tot dementie en gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen. Volgens directeur Metske was het slachtoffer al zo verzwakt door gaar aandoening, dat ze vermoedelijk daardoor de aanval met het kokende water niet overleefde.