Het Landelijk Medisch Studenten Overleg (LMSO) is teleurgesteld over de plannen tot bezuiniging op het hoger onderwijs. Volgens het LMSO zijn de nadelige gevolgen voor geneeskundestudenten onevenredig groot.
Volgens het LMSO hebben geneeskundestudenten nagenoeg geen keuze om wel of niet door te gaan met studeren na de eerste fase. Enkel een bachelor geneeskunde is niet genoeg om aan de slag te kunnen op de medische arbeidsmarkt, hiervoor is een master geneeskunde noodzakelijk. Studenten kunnen dan ook geen weloverwogen keuze maken deze master, die met geleend of eigen geld bekostigd moet worden, wel of niet te volgen.
Langere studieduur
Daarbij is de master geneeskunde is aanzienlijk langer dan die van andere studies. Om een studie af te ronden die toegang geeft tot de arbeidsmarkt, moet de geneeskundestudent drie studiejaren zelf financieren. Bovendien worden geneeskundestudenten volgens het LMSO onevenredig hard getroffen door de inperking van het OV-reisrecht. Voor geneeskundestudenten in de laatste fase van hun studie, de coassistenten, is gebruik van openbaar vervoer essentieel.
Ongewilde vertraging
Het LMSO wijst er op dat veel geneeskundestudenten door de numerus fixus buiten hun schuld studievertraging oplopen. Daarnaast worden geneeskundestudenten naast de overgang van bachelor naar master met nog een studieknip geconfronteerd. Om het deel van de master te kunnen volgen, moet eerst de preklinische fase van de master worden afgerond. Ook hier kan ongewild studievertraging optreden, aangezien er een wachttijd voor coschappen is waar studenten geen invloed op hebben.