492107546
Het aantal verlieslijdende organisaties in de Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT) en Gehandicaptenzorg (GHZ) is in 2015 toegenomen naar 160. Dat zijn er 46 meer dan in 2014. In de VVT is 29 procent van de aanbieders verlieslijdend, een groei van 8 procent.
Dat constateert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vooral kleinere aanbieders zijn kwetsbaar. Ruim de helft van de verliesgevende instellingen had een omzet kleiner dan 10 miljoen euro.
Het aandeel VVT-instellingen dat verlies leed, groeide van 21 procent in 2014 naar 29 procent een jaar later. In de gehandicaptenzorg was 12 procent van de instellingen verliesgevend, waar dat in 2014 nog 9 procent was. Het resultaat van alle VVT-instellingen samen daalde van 260 miljoen euro in 2014 naar 77 miljoen euro het jaar daarop. Bij instellingen in de gehandicaptenzorg is daarentegen sprake van een lichte stijging, van 196 naar 209 miljoen euro.
De omzetten in de VVT en gehandicaptenzorg krompen in 2015 voor het eerst sinds lange tijd. In de VVT daalde de omzet met ruim 4 procent naar 16,5 miljard euro. De bedrijfsopbrengsten van aanbieders in de GHZ groeiden in 2014 nog met 2,5 procent, maar een jaar later waren die met 1,4 procent gedaald naar 8,4 miljard euro.
Personele gevolgen
De financiële perikelen hebben ook personele gevolgen. Vooral bij VVT-instellingen verdween er personeel. Net als in 2014 gingen in 2015 bijna achtduizend voltijdbanen verloren. In de GHZ is de daling geringer. Wel kende deze sector al eerder een grotere uitstroom: zo verdwenen in 2013 meer dan tweeduizend banen.
De CBS-cijfers sluiten aan bij de analyse die adviesbureau Adstrat begin februari naar buiten bracht. Hieruit blijkt dat de helft van de tien grootste organisaties in de VVT-sector financieel onder druk staat. Met name de zwaardere, intramurale zorgverlening is financieel nauwelijks nog lonend. Het beste presteren de zorgorganisaties die minder complexe zorg met verblijf aanbieden.