Het betrekken van bewoners bij het toezicht op de verpleeghuizen heeft niet de ‘frisse blik’ op de zorg in verpleeghuizen opgeleverd waarop gehoopt was. De ervaringsdeskundigen bleken niet in staat vanuit hun ervaringskennis nieuwe en relevante informatie op te halen over de kwaliteit en veiligheid van zorg.
Dit blijkt uit onderzoek van de Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) naar de inzet van ervaringsdeskundigen bij het risicotoezicht op ouderenzorg.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) startte in de zomer van 2017 een proef waarbij (oud-)bewoners van verpleeghuizen als ervaringsdeskundigen tijdens inspectiebezoeken meeliepen met inspecteurs. Tijdens die bezoeken spraken en observeerden zij bewoners. De verwachting was dat de ervaringsdeskundigen een aanvullende blik zouden bieden in het toezicht, door zicht te geven op de ervaren kwaliteit van leven van cliënten en de kwaliteit van zorg.
De onderzoekers van ESHPM concluderen echter dat de ervaringsdeskundigen geen wezenlijk ander oordeel geven dan de inspecteurs. Dit komt mede doordat de inspectie het cliëntperspectief tegenwoordig zelf al steeds meer betrekt in haar toezicht. De informatie van de ervaringsdeskundigen werd door de inspecteurs vooral gebruikt voor de toetsing van persoonsgerichte zorg. “De ervaringsdeskundigen lijken zo eerder ‘meer’ ogen en oren tijdens een bezoek te zijn dan een geheel ‘vreemde blik’ te bieden”, aldus het onderzoeksrapport. “Hun oordeel over de zorg lijkt in deze pilot niet kwalitatief heel anders te zijn dan die van inspecteurs.”
Waardevol
Toch zijn er aanwijzingen dat de inzet van ervaringsdeskundigen bij het inspectietoezicht waardevol kan zijn, zegt onderzoeker Bert de Graaff. “Dit ligt dan misschien niet zozeer in het toezicht op individuele aanbieders, maar eerder op sector- of thematisch niveau. Ook was het project in relationele zin erg waardevol. Hoewel het erg arbeidsintensief bleek, waardeerden de ervaringsdeskundigen zowel de inspectie als de ouderenzorg meer door hun werkzaamheden in de pilot.”
De Graaff vindt dan ook dat het inzetten van ervaringsdeskundigen bij het toezicht moet worden voortgezet. “Maar dan niet in de nu gehanteerde vorm. Belangrijk is vooral om de ervaringskennis van ervaringsdeskundigen wat betreft kwaliteit en veiligheid van zorg goed te benutten. Dit kan op diverse manieren. Een ervan is ervaringsdeskundigen betrekken in het formuleren van toetsingskaders”, aldus de onderzoeker. De inspectie gaat hiertoe de mogelijkheden verkennen en komt in de loop van dit jaar met een voorstel voor een vervolg van het experiment.
Cliëntperspectief
Minister Hugo de Jonge (VWS) laat in een brief aan de Tweede Kamer weten blij te zijn dat de inspectie gaat onderzoeken hoe ze ervaringsdeskundigen op een andere manier kan inzetten bij haar toezicht. Want, schrijft de minister, “het is van belang dat de inspectie in haar toezicht voldoende oog blijft houden voor het perspectief van de cliënt.”