Politie, justitie en de zorgsector gaan samenwerken in de strijd tegen kindermishandeling. Friesland en Zuid-Kennemerland zijn aangewezen als ‘proeftuin’ om tot een betere aanpak te komen. Dat meldde het Openbaar Ministerie in Leeuwarden donderdag.
De pogingen die de overheid de afgelopen jaren heeft ondernomen om kindermishandeling te voorkomen en tegen te gaan, hebben onvoldoende effect gehad, constateert zowel justitie als de hulpverlening.
Cijfers
Elk jaar worden in Nederland 119.000 kinderen mishandeld, misbruikt of verwaarloosd. Ongeveer 50 ervan sterven aan de gevolgen. In elke schoolklas zit een kind dat wordt mishandeld en bij 80.000 van de 119.000 mishandelde kinderen ontstaat schade in de ontwikkeling (onder meer leerstoornissen).
Versnipperde aanpak
Betrokken instanties zijn tot dusverre slechts voor een deel verantwoordelijk. Dat leidt vaak tot tegenstrijdige visies en een versnipperde aanpak, die bovendien te lang duurt. Zo mochten hulpverleners voorheen niet aanwezig zijn bij het eerste politieverhoor, waardoor kinderen en ouders hun verhaal telkens opnieuw moesten vertellen.
In beide proefregio’s zijn sinds eind vorig jaar Multidisciplinaire Centra Kindermishandeling (MDC-K) actief. In deze centra werken alle betrokken instanties bij wijze van proef samen. Zo worden gevallen van kindermishandeling in Friesland gezamenlijk opgepakt door Bureau Jeugdzorg, het Medisch Centrum Leeuwarden, GGZ, politie en justitie. Ze zijn samen verantwoordelijk voor het hele proces, van melding tot en met de afronding van de hulpverlening, aldus het OM. Als de proef slaagt, wordt de aanpak in het hele land ingevoerd. (ANP)