De gemeenten in de regio Gooi & Vechtstreek hanteerden in 2019 zogeheten ‘Open house procedures’ bij de aanbesteding van de huishoudelijke hulp. Volgens het gerechtshof is deze procedure strijdig met de AMvB Reële prijs Wmo. Daarmee hebben de gemeenten onrechtmatig gehandeld jegens de thuiszorgorganisatie. Bovendien heeft het gerechtshof geoordeeld dat het tarief aangepast moet worden aan de loonstijgingen van de CAO-VVT in plaats van de gemiddelde loonstijgingen, zoals de CBS-index voor cao-lonen.
Stevig handvat
Volgens ActiZ is de uitspraak van groot landelijk belang en biedt het zorgaanbieders “een stevig handvat voor tariefbesprekingen met gemeenten”. ActiZ is daarnaast verheugd dat niet gemiddelde loonstijgingen, maar de sectorale cao naar het oordeel van het gerechtshof leidend moet zijn bij de aanpassing van het Wmo-tarief. Ook moeten de gemeenten rekening houden met eisen die de gemeenten zelf in het verleden ten aanzien van de beloning van het Hb- personeel hebben gesteld.
Kostenonderzoek
Het Gerechtshof heeft de betrokken gemeenten twee maanden de tijd gegeven om een onafhankelijke kostenonderzoek te laten uitvoeren dat kan dienen als basis voor de herziene tarieven voor 2019.
Kernvragen
TGVS heeft de zaak samen met ActiZ voorgelegd aan de rechter nadat de landelijke regiegroep, waar de kwestie eerst door ActiZ was ingebracht, niet tot een eensluidende conclusie kwam en het ministerie van VWS, die ook deel uitmaakte van de Regiegroep, daarop geen aanleiding zag in te grijpen. Voor ActiZ is de casus van landelijk belang, omdat het draait om kernvragen rond de werking van de AMvB Reële prijs en de indexatie van lonen in de sector.