31.07.13 springermedizin.de 15.05.2013 Äz-Online Legal knowledge Publikationsname / Publikationsnummer / E-Tag TT.MM.JJJJ (optional)
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft in 2014 de juridische koers ten aanzien van de inzet van handhaving aangescherpt. Het aantal boetes was hoger dan in 2013 en er werden meer tuchtzaken aangedragen.
Dit blijkt uit het jaarbeeld van de IGZ.
Het Bureau Opsporing en Boetes (BOB) van de IGZ legde 34 boetes op aan instellingen. Een jaar ervoor waren dat er 18. Zowel het aantal boetes als het totaal opgelegde boetebedrag (1,4 miljoen euro) laat in 2014 een stijging zien van 100 procent vergeleken met 2013.
Tegelijkertijd is het aantal waarschuwingen juist fors verminderd. Waren het er in 2013 142, vorig jaar zakte dit aantal naar honderd. Het aantal zorginstellingen dat de Inspectie onder verscherpt toezicht heeft gesteld was opnieuw 29.
Scherp toezicht
Ook als het gaat om disfunctionerende beroepsbeoefenaren hield de IGZ in 2014 scherp toezicht. De Inspectie droeg meer zaken aan bij de tuchtrechter, niet alleen zaken waarvan ze inschatte dat ze gegrond zouden worden verklaard maar ook principiële kwesties om zo het gesprek over normen te voeden. Het ging bijvoorbeeld over de invloed van het handelen van medici in de privésfeer op toetsing van hun kwaliteit van de beroepsuitoefening, en de samenloop van strafrechtelijke veroordeling of verdenking en tuchtrechtelijke beoordeling.
Het aantal gerealiseerde opsporingsonderzoeken viel lager uit dan vooraf verwacht. Deels komt dat doordat het BOB in de afgelopen jaren de koers heeft gezet op het aanpakken van zaken die ertoe doen. Dat levert volgens IGZ per saldo minder strafrechtelijke onderzoeken op. Voorbeelden daarvan zijn met name te vinden op het terrein van de illegale handel in geneesmiddelen. De douane heeft minder zaken aan de Inspectie overgedragen, en meer zelfstandig afgehandeld, al dan niet met inhoudelijke ondersteuning vanuit de inspectie.
In een zaak tegen een natuurarts die patiënten ernstig schaadde, kreeg de natuurarts doorhaling van zijn beroepstitel in het BIG-register opgelegd. Verder maakte de inspectie een aantal zeer omvangrijke en gecompliceerde zaken aanhangig. Het gaat onder meer over de zaak Jansen Steur in hoger beroep, maar ook over een zaak die gaat over artsen die betrokken zijn bij omvangrijke zorgfraude.
Veelvoud aan rechtszaken
De aanpak van één beroepsbeoefenaar leidt in sommige gevallen tot “een veelvoud aan rechtszaken”. Dit zorgt ervoor dat een enkele disfunctionerende beroepsbeoefenaar heel veel Inspectie-inzet tot gevolg heeft. Samen met het Openbaar Ministerie (OM) verkent de IGZ verbetering in samenwerking en optimaal gebruik van elkaars deskundigheid en bevoegdheden. In 2014 hebben zij de juridische kaders verkend en onderzocht of bij gevallen van seksueel misbruik het OM eerder kan worden geïnformeerd en ingezet. Dit zal leiden tot een aangepast samenwerkingsprotocol in het voorjaar van 2015.
De IGZ heeft de organisatie en het toezicht in 2014 veranderd om beter aan te sluiten bij de veranderingen in de zorg en bij de eisen die de samenleving stelt aan de toezichthouder. De inspectie ontwikkelde nieuwe toezichtmethoden om het perspectief van de mens die zorg ontvangt een belangrijker plaats te geven in het inspectieoordeel. Zo spraken inspecteurs in de gehandicaptenzorg uitvoeriger met cliënten en hun vertegenwoordigers en observeerden ze in verpleeghuizen voor mensen met dementie de daadwerkelijk geleverde zorg en de reactie van de cliënt daarop. “Mensgerichte zorg vraagt immers om mensgericht toezicht”, aldus de Inspectie.