Enver was een van de organisaties die betrokken waren bij de pleegzorg voor het toen tienjarige pleegmeisje uit Vlaardingen, dat ernstig werd mishandeld door haar pleegouders en daardoor met blijvende ernstige beperkingen zal moeten leven. In een onderzoek naar die zaak concludeerde de IGJ al dat Enver “ernstig tekort is geschoten in het geven van hulp aan het meisje”.
Gebrekkige dossiers
“De medewerkers zijn betrokken en willen graag goede pleegzorg leveren, maar de werkdruk is te hoog”, stelt de IGJ vast. De organisatie, die actief is in Rotterdam en omstreken, heeft “onvoldoende een actueel beeld van de dagelijkse hulp aan de jongeren en pleegouders”. Ook worden richtlijnen en protocollen niet genoeg toegepast.
Risico’s ontstaan ook doordat te weinig systematisch wordt gewerkt aan het waarborgen van de veiligheid van pleegkinderen. Dossiers zijn “gebrekkig” en bevatten te weinig informatie over de manier waarop pleeggezinnen zijn gescreend en gekoppeld aan de pleegkinderen. Verder is “onduidelijk” of pleegkinderen weleens worden gesproken zonder dat de pleegouders zelf daarbij zijn. Dat is belangrijk om kinderen vrijuit te kunnen laten praten. In de dossiers ontbreken ook adviezen van gedragswetenschappers.
Verbeterplan
“Het bestuur heeft onvoldoende zicht op processen binnen de organisatie”, en dat maakt het “moeilijk om te leren van ervaringen”, staat in het rapport. De inspectie is weliswaar “positief over de inhoud van het verbeterplan”, maar vraagt zich tegelijk af “of de termijnen haalbaar en realistisch zijn.” Dat komt doordat Enver veel verbeteringen tegelijk moet doorvoeren. Bovendien moet de cultuur binnen de organisatie veranderen om te zorgen dat de verbeteringen blijvend zijn.
Enver begeleidt momenteel bijna 1300 pleegkinderen bij ruim 900 pleeggezinnen. De meeste kinderen verblijven daar volledig. De pleegzorginstelling zegt de kritische conclusies van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over haar werk te herkennen. “Pleegkinderen en hun ouders moeten erop kunnen rekenen dat zij goede hulp op een veilige plek krijgen”, stelt de instantie in een reactie. (ANP)