Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en de Universiteit Maastricht gaan onderzoeken of het doorverwijzen van patiënten met pijn op de borst van de huisarts naar de cardioloog efficiënter kan. Het terugdringen van het aantal onnodige doorverwijzingen kan op nationale schaal een jaarlijkse besparing van 60 miljoen euro opleveren, verwachten de onderzoekers. Ze krijgen ruim 500 duizend euro subsidie van ZonMw voor het onderzoek.
Elke dag melden zich in Nederland 1.400 mensen met pijn op de borst bij hun huisarts. Voor de huisarts is het soms lastig om te bepalen of de klachten wel of niet door het hart worden veroorzaakt. “Een groot deel van de patiënten die nu wordt doorverwezen naar de cardioloog, blijkt achteraf geen hartklachten te hebben”, zegt LUMC-onderzoeksleider Tobias Bonte. “Dit zorgt voor hoge zorgkosten, hoge werkdruk voor cardiologen en creëert onnodige spanning voor de patiënt.”
Onderzoekers van het LUMC en de Universiteit Maastricht gaan uitzoeken of een zogenoemde beslisregel kan helpen bij het bepalen of iemand met pijn op de borst wel of niet moet worden doorgestuurd. De beslisregel schrijft voor dat een huisarts punten scoort en zo nodig een sneltest doet. Op basis van de uitslag bepaalt de huisarts om af te wachten, te overleggen met een cardioloog of direct door te sturen naar het ziekenhuis.
Besparing
Het onderzoek vindt plaats in de regio Leiden en Maastricht. Negentig huisartspraktijken en vijf huisartsenposten worden in twee groepen verdeeld, waarvan de helft de nieuwe beslisregel gebruikt en de helft niet. De onderzoekers meten het aantal verwijzingen, de kosten, de geruststelling bij patiënten en of met deze methode geen hartinfarcten worden gemist. Bonten: “Als de beslisregel goed werkt verwachten we tien procent minder verwijzingen naar het ziekenhuis voor pijn op de borst. Dit zou een jaarlijkse besparing van 60 miljoen euro opleveren op nationale schaal.”