Het gros van de toezichthouders in de zorg houdt zich aan de bezoldigingsrichtlijn van de NVTZ. Dat stelt NVTZ-directeur Marius Buiting op basis van een peiling onder de eigen leden.
Buiting reageert hiermee op onderzoek van Skipr, waaruit blijkt dat van de toezichthouders bij de honderd grootste instellingen een kwart meer verdient dan de bezoldigingsrichtlijn van de NVTZ. Volgens Buiting zorgt de focus op de honderd grootste instellingen voor een vertekend beeld. “Het gaat dan om buitengewoon complexe organisaties, die vaak de grootste werkgever in een stad of streek zijn”, aldus Buiting. “Die zoeken toezichthouders uit een bepaalde categorie, waaronder veel mensen uit de top van het bedrijfsleven.” Om dergelijke expertise te kunnen aantrekken zullen grote instellingen volgens Buiting eerder van de norm afwijken.
Conform
Uit de NVTZ-peiling onder de eigen achterban, waaronder ook toezichthouders bij kleinere instellingen, blijkt volgens Buiting juist dat de meeste toezichthouders conform de beloningsrichtlijn worden beloond. Buiting wijst er daarnaast op dat de beloningsrichtlijn ruimte biedt voor het belonen van extra werkzaamheden, waardoor de NVTZ-norm geen absoluut maximum is. “Het is niet zo dat we staan te juichen als toezichthouders boven de richtlijn zitten, maar er zijn omstandigheden waarin toezichthouders tijdelijk extra gehonoreerd kunnen worden”, aldus Buiting.
Niet gezond
Governance-deskundigen zijn kritisch over de beloningspraktijk. “Er is een sfeer ontstaan waarin het normaal is dat je met vier of vijf commissariaten in de publieke sector de balkenende-norm moet kunnen halen”, reageert Goos Minderman, hoogleraar Public Governance aan de VU en zelf toezichthouder bij het Westfriesgasthuis. “Dat is niet gezond.” Wel wijst ook Minderman op het onderscheid tussen grote en kleine instellingen. “De huidige vergoedingen zoals opgenomen in de NVTZ-code zijn best stevig. Aan de andere kant zit er een probleem bij de kleine instellingen. Daar zijn de vergoedingen weer zo laag dat het moeite kost om goeie mensen binnen te halen.”
Opwaartse druk
Hoogleraar Management van Zorginstellingen Kim Putters van de Erasmus Universiteit ziet de gestegen beloningen als uitvloeisel van de professionalisering van het toezicht, maar hij vindt wel dat toezichthouders hier publiekelijk uitleg over moeten geven. “Het houden van toezicht is lange tijd iets geweest dat mensen er als vriendendienst bij deden”, aldus Putters. “Daar is terecht kritiek op geweest. Als je professioneel toezicht wilt, moet er wel iets tegenover staan. Dus dat zal de opwaartse druk voor een deel verklaren, maar toezichthouders moeten wel uitleggen wat ze doen.”