Steeds meer patiënten met en na kanker bezoeken de huisarts. Zij ervaren vaak vermoeidheid, verminderde conditie en mentale klachten. “Bewegen helpt, en patiënten zien de huisartsenpraktijk als geschikte plek voor leefstijladvies of begeleiding”, aldus de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).
Kwetsbare doelgroep
Toch is beweging voor deze groep nog geen vast onderdeel van de huisartsenzorg. In haar proefschrift onderzocht Famke Huizinga de implementatie en het effect van een beweegprogramma. In totaal deden 14 huisartsenpraktijken en 149 patiënten na hun behandeling mee.
Het negen maanden durende programma bestond uit zes coachingsgesprekken met een getrainde praktijkondersteuner (poh). Daarbij werd er ingezet op de bevordering van dagelijkse beweging. “Het programma bereikte een relatief kwetsbare groep, met lager opleidingsniveau, hogere werkloosheid en meer psychosociale klachten.”
Significante verbetering
De resultaten zijn – indien goed georganiseerd – veelbelovend. De deelnemers verbeterden zowel hun psychosociale als fysieke gezondheid. Zo ervoeren zij minder vermoeidheid en nam hun beenkracht en uithoudingsvermogen toe. “Op organisatieniveau bleek het programma uitvoerbaar, mits er voldoende tijd en personeel beschikbaar zijn.”
Een gemotiveerde en goed getrainde praktijkondersteuner en patiënten met duidelijke zorgbehoeften bleken essentieel. De deelnemers benoemden de wens om naast beweging ook andere leefstijlindicatoren te includeren.
Financiering ontbreekt
Structurele inbedding is echter lastig, omdat organisatie en financiering van deze nazorg momenteel ontbreken. “Wij pleiten daarom voor een structureel en gefinancierd zorgmodel met duidelijke taakverdeling, zodat huisartsen een vaste rol kunnen spelen in passende, leefstijlgerichte nazorg voor het groeiende aantal patiënten na kanker”, aldus de RUG.

Heeft de huisarts daar tijd voor dan? En wil men het ook? Zo nee, dan zou de eerstelijns fysiotherapeut het moeten doen, samen met de diëtist.