Beleid dat is gericht op het bevorderen van oud worden in de eigen buurt staat vaak haaks op de ideeën die ouderen hierbij hebben.
Dat blijkt uit het proefschift ‘The making of ageing-in-place. Perspectives on a Dutch social policy towards lifecycle-robust neighbourhoods’ waarop Susan van Hees op 19 december promoveerde aan de Universiteit Maastricht. Het beleid leidt volgens haar tot spanningen tussen beleidsidealen, professionele praktijken en de ervaringen van ouderen.
Maakbaar
Met kwalitatieve methoden onderzocht Van Hees gedurende vier jaar wat dit in de praktijk nu eigenlijk betekent voor ouderen, professionals en beleidsmakers. Het geloof dat een levensloopbestendige buurt maakbaar is. blijkt groot onder beleidsmakers en professionals. Gelijkvloerse woningen, winkels en zorgvoorzieningen vinden zij belangrijk. In keukentafelgesprekken proberen professionals vervolgens, zoals het beleid hen vraagt, te bevorderen dat bewoners langer zelfredzaam blijven.
Ervaringen
De ouderen zelf voelen zich niet gehoord. Ze zijn blij met winkels of een huisarts op loopafstand, maar dat is niet voldoende. Deelnemers in deze studie maakten foto’s van plaatsen die zij verbinden met met hun buurt en met hun buren. Die plaatsen en ervaringen kunnen belangrijker zijn dan het aantal voorzieningen in de buurt.
Dialoog
Van Hees geeft aan het dat samen op zoek gaan naar betekenissen van de buurt en daarover in dialoog gaan, hard nodig zijn om te bevorderen dat mensen op een prettige manier oud kunnen worden in hun eigen buurt.