Sterftecijfers bieden schijntransparantie en leiden mogelijk zelfs tot negatieve effecten. Dat stelt epidemioloog Hester Lingsma van het Erasmus MC, cum laude gepromoveerd op dit onderwerp.
Zij reageert op de uitlatingen van minister Schippers van VWS die pleit voor verplichte publicatie van sterftecijfers. “De minister kan dit wel willen, maar het openbaar maken van deze cijfers leidt niet tot verbetering van kwaliteit van zorg. Daar bestaat wetenschappelijk bewijs voor. Publicatie heeft mogelijk zelfs negatieve effecten”, zegt Lingsma op de website van het Erasmus MC.
Onbetrouwbaar
Hoewel sterftecijfers artsen inzicht kunnen bieden in de kwaliteit van hun behandelingen, is Lingsma tegen het gebruik van de huidige data. Zij noemt de huidige getallen “onbetrouwbaar en dus ongeschikt” om de kwaliteit van ziekenhuizen onderling te vergelijken. De huidige sterftecijfers houden volgens haar onvoldoende rekening met de zwaarte van de ziekte van de patiënten. Zo kan een ziekenhuis een laag sterftecijfer hebben doordat het relatief gezonde patiënten heeft, mensen die niet levensbedreigend ziek zijn.
Specifieke factoren
Lingsma: “De minister stelt dat we de cijfers ‘gewoon kunnen corrigeren voor patiëntenpopulatie’ maar dat is een te simpele voorstelling van zaken. Per ziekte bestaan specifieke factoren die de sterfte beïnvloeden. Bij een herseninfarct is dat bijvoorbeeld de grootte van het infarct, bij kanker het stadium van de tumor. Zulke kenmerken zijn niet beschikbaar in de databases waaruit de cijfers nu worden berekend. Dit manco maakt de sterftecijfers nietszeggend. Publicatie ervan leidt slechts tot schijntransparantie.”