Het VUmc in Amsterdam neemt maatregelen om de communicatie en samenwerking op de intensive care te verbeteren. De maatregelen hebben met name betrekking op de werkwijze rond het melden van calamiteiten en het hoofdbehandelaarschap.
Het VUmc geeft hiermee gevolg aan aanbevelingen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Aanleiding voor het onderzoek van de IGZ was de vraag of het overlijden van een patiënt op de IC wel of niet als calamiteit bij de IGZ gemeld had moeten worden. De betrokken longarts en de intensivisten verschilden hierover van mening. Een externe, onafhankelijke commissie kwam eerder tot de conclusie dat er bij de betreffende patiënt geen sprake was van een calamiteit die bij de IGZ gemeld zou moeten worden. De inspectie concludeert nu dat deze situatie wel als calamiteit gemeld had moeten worden.
Verbeteracties
De aanbevelingen van de IGZ alsook de eerder ingestelde interne onderzoekcommissie richten zich op het verbeteren van de communicatie en samenwerking tussen de betrokken medisch specialisten en de IC. Daarnaast komen er betere afspraken over de rolverdeling tussen hoofdbehandelaar en medebehandelaar.
Externe begeleider
Er is een externe begeleider aangezocht, die zich zal richten op de toetsbaarheid en openheid in de samenwerking tussen de betrokken medisch specialisten. De familieleden van de overleden patiënt zijn over de gang van zaken door het VUmc geïnformeerd.
Resultaten
De aanbevelingen van de inspectie staan volgens het VUmc los van de veiligheid en kwaliteit van zorg op de IC, die volgens het ziekenhuis goed zijn. Dit wordt volgens het ziekenhuis door interne en externe rapportages en cijfers bevestigd. De raad van bestuur verwacht aan het einde van dit jaar resultaten van het verbetertraject aan de IGZ te kunnen rapporteren.