Steeds meer zorgkantoren voeren een pgb-ontmoedigingsbeleid. Dat stelt D66-Kamerlid Vera Bergkamp. Staatssecretaris Martin van Rijn beaamt dat zij een kritischer beleid uitvoeren. Hij noemt het “een beleid om te komen tot een bewust gebruik van het pgb” en “geen ontmoedigingsbeleid”.
Steeds meer zorgkantoren weigeren een persoonsgebonden budget (pgb) als de verzekerde zich onvoldoende heeft georiënteerd op het door het zorgkantoor gecontracteerde zorgaanbod. Daarnaast voeren zorgkantoren gesprekken voeren met zorgbehoevenden en diens familieleden. Staatssecretaris Van Rijn beaamt dit. Hij weerspreekt echter dat dat dit als doel heeft een beroep op een pgb te ontmoedigen, zoals Bergkamp stelt.
Begrotingsakkoord 2013
Dat zorgkantoren cliënten een pgb weigeren als zij zich niet voldoende hebben georiënteerd op het gecontracteerde zorgaanbod, is een afspraak uit het Begrotingsakkoord 2013 en uitgewerkt in de pgb-regeling. Dat zegt de staatssecretaris in reactie op schriftelijke Kamervragen van Bergkamp. “Daarmee voeren zorgkantoren het afgesproken beleid uit”, aldus van Rijn.
Een cliënt die voor een pgb kiest, moet volgens de regels in het budgetplan aangeven bij welke zorgaanbieders hij zich heeft georiënteerd. En waarom hij vindt dat de gecontracteerde zorg niet passend is. “Als uit het budgetplan blijkt dat de cliënt zich niet of onvoldoende heeft georiënteerd dan zal het zorgkantoor op dat moment een pgb weigeren”, aldus Van Rijn.
Bewustekeuzegesprekken
Daarnaast noemt Van Rijn de zogeheten bewustekeuzegesprekken die zorgkantoren sinds 1 april 2013 voeren met alle cliënten die voor een pgb willen kiezen. “Deze gesprekken hebben niet als doel het beroep op het pgb te ontmoedigen, maar de motivatie voor de pgb-keuze bij de cliënt(vertegenwoordiger) vast te stellen”, zegt Van Rijn. “Zo wordt bijvoorbeeld ook duidelijk of de cliënt(vertegenwoordiger) voldoende kennis heeft van wat het pgb inhoudt en niet door derden (bijvoorbeeld bemiddelingsbureaus of zorgaanbieders) wordt aangezet om voor een pgb te kiezen.” Met deze gesprekken wordt eveneens uitvoering gegeven aan het Begrotingsakkoord 2013, stelt Van Rijn.
Volwaardig alternatief
Bergman stelt dat door het beleid van de zorgkantoren het pgb geen volwaardig alternatief voor zorg-in-natura meer is, “maar door de gesuggereerde volgordelijkheid veeleer verwordt tot een ‘tweede keus’”. Zij vraagt Van Rijn te onderzoeken of dit in de praktijk leidt tot een beperking van de toegankelijkheid van kleinschalige woonvoorzieningen als de Thomashuizen en de Herbergier. Van Rijn acht dit niet nodig “aangezien ik geen signalen heb ontvangen dat als gevolg van het beleid van zorgkantoren cliënten die bewust kiezen voor een plaats in deze pgb-gefinancierde voorzieningen het pgb is geweigerd”.
Hij zegt regulier met zorgkantoren in overleg te zijn over het verloop van de huisbezoeken en de bewustekeuzegesprekken. “Ik zal daarbij bevestigen dat het de bedoeling blijft dat het pgb een volwaardig alternatief blijft.”