Zorgpartners Friesland krijgt 220 miljoen euro krediet voor de financiering van investeringen en werkkapitaal. De organisatie heeft op 26 september een financieringsovereenkomst getekend met Rabobank Leeuwarden-Noordwest Friesland en ING.
Stichting Zorgpartners Friesland
De Stichting Zorgpartners Friesland is bestuurder en enig aandeelhouder van Medisch Centrum Leeuwarden BV (ziekenhuizen Leeuwarden en Harlingen), Tjongerschans BV (ziekenhuis Heerenveen en poli Lemmer) en Noorderbreedte BV (ouderenzorg en thuiszorg met name in Noord-Friesland).
Kredietnemers
Kredietnemers in deze overeenkomst zijn de Stichting Zorgpartners Friesland, MCL BV en Noorderbreedte BV. Twee banken zijn de financiers: Rabobank Leeuwarden-Noordwest Friesland en de ING bank. De Rabobank en ING worden tevens de huisbankiers van Zorgpartners Friesland.
Nieuwbouw en renovatie
Sinds 2009 zijn zorginstellingen zelf verantwoordelijk voor hun investeringen in gebouwen en apparatuur (kapitaallasten), en moeten dus zelf de financiering regelen. De plannen waarvoor Zorgpartners Friesland het krediet wil zijn de voorgenomen nieuwbouw en renovatie van verschillende verpleeg- en verzorgingshuizen van Noorderbreedte zoals Abbingahiem, Nij Bethanie, Erasmushiem, Bornia Herne, Westerpoort (Franeker) en Nieuw Toutenburg. Ook grote projecten van het ziekenhuis MCL zoals nieuwbouw van het operatiecomplex, aanpassing van de spoedeisende hulp (SEH) en instandhouding worden met deze overeenkomst gefinancierd.
De overeenkomst is afgesloten zonder externe borging door het Waarborgfonds. De goede solvabiliteit van Zorgpartners Friesland gaf de deelnemende banken veel vertrouwen in dit financiële project, zo meldt de stichting. De kosten die aan het aantrekken van dit geldbedrag zijn verbonden blijven binnen de marges die zorginstellingen mogen hanteren voor kapitaalslasten, aldus de stichting. “Met andere woorden: de financiering gaat niet ten koste van de zorg – integendeel, deze financieringsovereenkomst maakt het de instellingen van Zorgpartners Friesland mogelijk om ook in de toekomst goede zorg te blijven leveren en te innoveren.”