1,04 miljoen verzekerden zijn dit jaar overgestapt naar een andere zorgverzekeraar. Dat is met 6,1 procent van de verzekerden iets lager dan vorig jaar, toen 6,8 procent overstapte. Dat blijkt uit de voorlopige overstapcijfer van Vektis. Voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland André Rouvoet maakte de cijfers maandag bekend in zijn nieuwjaarstoespraak.
Het overstappercentage is gebaseerd op alle overstapinformatie die op dit moment bij de zorgverzekeraars bekend en verwerkt is. Het definitieve overstappercentage maken Vektis en Zorgverzekeraars Nederland in februari bekend, als alle overstapinformatie compleet is. In april volgt een uitgebreide analyse van de overstapcijfers in de Zorgthermometer Verzekerden in beeld 2017.
Concurrentie
Het aantal overstappers schommelt al jaren rond de miljoen, volgens de Autoriteit Consument en Markt (ACM) is een lagere premie nog altijd de belangrijkste reden om over te stappen.
De concurrentie tussen zorgverzekeraars kan nog wel beter. ACM onderzoekt in samenwerking met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de mogelijkheden hiertoe. Daarbij kijken de twee organisaties onder andere naar factoren die het voor consumenten moeilijk of vervelend maken om te kiezen tussen zorgverzekeringen, zoals beperkte vergelijkbaarheid en mogelijk onnodige complexiteit van zorgverzekeringen. De onderzoeken moeten leiden tot concrete aanbevelingen.
Scharrelruimte
ZN-voorzitter André Rouvoet riep in zijn nieuwjaarstoespraak de verzekeraars op om meer te doen dan strikt waar ze verantwoordelijk voor zijn, met name om zorg voor de zwaksten in de samenleving te organiseren.
“Niemand mag in de zorg tussen wal en schip vallen”, zei Rouvoet. “Zeker niet als het om de zwakste groepen in de samenleving gaat, zoals dak- en thuislozen. Wanneer dat dreigt, moeten betrokken partijen de koppen bij elkaar steken, zo nodig wat scharrelruimte organiseren en ook bereid zijn meer te doen, dan waartoe ze formeel gehouden zijn.”
Aanleiding voor deze oproep was een werkbezoek dat André Rouvoet in de eerste week van het jaar bracht aan de Straatdokters in Rotterdam. Daar werd hem indringend duidelijk gemaakt dat er juist bij dak- en thuislozen problemen zijn in een grijs gebied, waardoor mensen niet de zorg krijgen die ze dringend nodig hebben of onnodig met enorme schulden worden opgezadeld.
Samenwerking
Rouvoet legde in zijn toespraak verder de nadruk op de noodzaak van samenwerking in de zorg. “En die samenwerking is misschien wel het meest belangrijk op het snijvlak van systemen en dus van verantwoordelijkheden. Een goed voorbeeld daarvan zijn de raakvlakken tussen gemeenten en zorgverzekeraars. Afgelopen jaar hebben we daar goede stappen in gezet, maar er valt ook nog veel te winnen, of het nu gaat om dak- en thuislozen, wijkverpleging of preventie.”
Verkiezingen
Rouvoet riep in dit verkiezingsjaar de politieke partijen op oog te hebben voor de échte problemen in de zorg: “Ik hoop dat het regeerakkoord van een nieuw kabinet vooral ruimte biedt voor goede samenwerking binnen de zorg en oplossingen biedt voor schotten die er bijvoorbeeld voor zorgen dat substitutie onvoldoende van de grond komt.”
De grootste uitdaging noemde hij de beheersbaarheid van de kosten: “Als we er met elkaar niet in slagen de kostenstijging te beperken, zet dat de solidariteit onder druk. En dat blijft toch het grootste goed van ons stelsel: dat iedereen, ongeacht inkomen, leeftijd of gezondheidssituatie voor dezelfde premie aanspraak heeft op een breed basispakket”, aldus ZN-voorman Rouvoet.