© lersan8910 / Getty Images / iStock
Deze woningen moeten ervoor zorgen dat ouderen langer zonder hulp thuis kunnen blijven wonen. Volgens berekeningen van de partijen is een zorgverlener 8 uur per week kwijt als een cliënt met lichte zorgvraag in een levensloopbestendige woning leeft. Een mantelzorger is dan 7 uur per week kwijt. Bij een zwaardere zorgvraag zal per week 16 uur hulp van zorgverleners nodig zijn en 7 uur van mantelzorgers. In een verzorgingstehuis of in een gewone woning zijn daarvoor meer uren nodig.
Niet wachten
“Levensloopbestendige woningen zijn zo gebouwd dat de kans op ongelukken kleiner is en daarnaast is ook meer sociaal contact mogelijk”, zegt Jeroen Kemperman, senior manager strategie van Zilveren Kruis, onderdeel van Achmea. “Extra zorg is binnen handbereik met alarmering en monitoring thuis. Het scheelt substantieel in uren zorg en mantelzorg wanneer iemand met een redelijke tot flinke zorgvraag levensloopbestendig woont.” Kemperman pleit ervoor om niet te wachten met het bouwen vanwege de lange doorlooptijden van het wijzigen van bestemmingsplannen en het bouwen van woningen.
Geen alternatieven
Daan Tettero van Syntrus Achmea vertelt dat ouderen die nu het huis uit willen naar een woning die beter bij ze past nauwelijks alternatieven hebben. “Het is vaak een onmogelijke keuze: óf blijven wonen in de eengezinswoningen terwijl ze nog maar met zijn tweeën of alleen zijn óf het verpleeghuis. Dat moet veranderen. Het is belangrijk dat er meer keuze komt op de woningmarkt en we beter inspelen op de demografische ontwikkelingen. Meer passende woningen voor de oudere doelgroep stimuleert bovendien de doorstroming op de woningmarkt.”
Inzet op langer thuis
Syntrus Achmea is van plan om jaarlijks 1.500 tot 2.000 levensloopbestendige woningen te realiseren. Achmea roept ook andere partijen op om te investeren in de ontwikkeling van dit type vastgoed en de samenwerking op te zoeken met gemeenten en zorgverleners. Zo wordt bij de realisatie van levensloopbestendige woningen direct rekening gehouden met de bestemmingsplannen en zorg aan huis.
Vanuit VWS en de sector zelf wordt vol ingezet op het langer laten thuis wonen van ouderen zodat er minder personeel nodig is en de kosten worden gedrukt, zoals minister Conny Helder in de Wozo-plannen uiteenzette. Maar cruciaal hiervoor is dat mensen ook in hun woning kunnen blijven wonen wanneer ze ouder worden. Het streven is om tegen 2031 een kleine 200.000 nultredenwoningen, geclusterde woningen en verpleegzorgplekken te realiseren. De bouw van die woningen komt maar moeizaam op gang. Tegelijk worstelen zorgaanbieders en projectontwikkelaars met de financiering van deze nieuwe woningen. Ontmoetingsruimtes zouden bijvoorbeeld nog maar moeilijk te financieren zijn.
VanNeynsel
Hoe meer goede woningen voor ouderen, des te beter. Dat is een mooie basis. Maar het is geen automatisme dat dan de zorg ineens kan afnemen. Belangrijker daarvoor is dat je het zorgproces anders invult, in alle woningen. Goede voorbeelden zijn de Sociale Benadering Dementie of de aanpak met Reablement. Daarmee zijn grote resultaten behaald in positief clientwelbevinden met veel meer zelfredzaamheid en veel meer niet-zorg-gediplomeerde inzet.
Marcel van Woensel
RvB Van Neynsel, den Bosch