De instroom van nieuwe cliënten in de AWBZ is sterk gedaald. Dit constateert het kenniscentrum van het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ). Volgens het CIZ is de dalende instroom te wijten aan de Pakketmaatregelen 2009, waarin door VWS strengere eisen zijn gesteld aan de aanspraak op begeleiding in de AWBZ.
Dertigduizend minder
Het kenniscentrum constateert dat het aantal eerste aanvragen dat het CIZ tussen 2007 en 2009 in kaart heeft gebracht met 18 procent is gedaald. Waren er in 2007 nog ruim 185 duizend aanvragers die voor het eerst een beroep op de AWBZ deden, in 2009 waren dit er dertigduizend minder. “Dat aantal eerste aanvragen neemt al een jaar of wat af”, zegt CIZ-directeur Robbert Huisman. “Maar het is voor het eerst dat het heel fors afneemt.”
Totaal
In 2009 zijn in totaal 1,1 miljoen aanvragen voor AWBZ-zorg behandeld, tegen bijna 915 duizend in 2007. De groei van het aantal indicaties wordt mede gevoed door het stijgende aantal herindicaties. Zo’n 230 duizend mensen met een indicatie voor begeleiding zijn opnieuw beoordeeld. Ondanks de dalende instroom is het totale aantal mensen dat een beroep doet op de AWBZ gestegen. In 2009 deden 680 duizend personen een aanvraag, hetgeen neerkomt op anderhalve aanvraag per persoon. In 2007 ging het nog om honderdduizend cliënten minder. Van 950 duizend aanvragen is zorg toegekend. Er zijn 180 duizend aanvragen ingetrokken door cliënten of afgewezen omdat cliënten niet aan de criteria voldeden.
Ouderen
De CIZ-inventarisatie maakt duidelijk dat het leeuwendeel van AWBZ-zorg naar ouderen gaat. Bijna tweederde van de indicaties wordt toegekend aan personen van 65 jaar of ouder. Boven de 85 jaar is het aantal indicaties per 100 duizend inwoners zes keer hoger dan in de categorie van 65 tot 74 jarigen.
Thuis wonen
Ongeveer tweederde van alle indicaties wordt toegekend op grond van een lichamelijke aandoening, een derde op grond van een verstandelijke of psychiatrische aandoening. Het CIZ constateert dat mensen langer thuis blijven wonen met behulp van zware AWBZ-zorg en tijdelijk verblijf in een instelling. Het tijdelijk verblijf wordt ingezet om ouders of partner tijdelijk te ontlasten. Tussen 2007 en 2009 is het aantal indicaties voor deze functies met twaalf procent gestegen.
Controlerende rol
Als gevolg van veranderend beleid voorziet zal het CIZ de komende jaren minder indicaties uitvoeren. at veranderen. In 2009 is twintig procent van de herindicaties door zorgaanbieders gedaan. Naar verwachting wordt in 2011 de helft van alle indicaties door zorgaanbieders gedaan. Het CIZ krijgt zodoende een steeds meer controlerende in plaats van uitvoerende rol. Als gevolg hiervan is de personeelsformatie van het CIZ met 20 procent gekrompen.