Tweede Kamerleden moeten nog even geduld hebben voor zij een besluit kunnen nemen over de NIPT-test. Minister Edith Schippers (Volksgezondheid) gaf dinsdag in debat met de Kamer aan dat zij niet zomaar beslist over de test. Daarmee kan worden vastgesteld of een ongeboren kind het syndroom van Down of een andere erfelijke aandoening heeft. Voordeel van de NIPT-test is dat deze minder riskant is dan bijvoorbeeld een vruchtwaterpunctie of vlokkentest.
Schippers hield de Kamer voor: “Ik heb allerlei uitspraken gelezen. Partijen willen dat NIPT voor iedereen beschikbaar komt in het basispakket, maar dat beslis ik niet zomaar.”
De bewindsvrouw verwacht voor de zomer een aanbeveling van de Gezondheidsraad over de NIPT-test. “Als de Gezondheidsraad op tijd is, kunnen we het erover hebben wat het betekent voor het basispakket in 2017”.
Zwangere vrouwen die een verhoogd risico hebben om een kind ter wereld te brengen met een ernstige erfelijke aandoening krijgen de NIPT-test al vergoed. Diverse partijen in de Kamer willen dat de test beschikbaar komt voor alle vrouwen. Schippers kijkt met een ,,positieve grondhouding’’ naar NIPT. Ze wijst er wel op dat die veel duurder is dan de bestaande combinatietest (van een echo en een bloedtest).
De ChristenUnie vreest dat vrouwen door de test onder grotere druk komen om de zwangerschap af te breken als de baby Down heeft. Schippers niet. “De test is er. Het is de afweging van een vrouw om die test wel of niet te willen doen. We hadden al een combinatietest en een vruchtwaterpunctie maar daarvan zijn de risico’s groter. Die risico’s heb je nu niet meer.” (ANP)